De verbouwing van de watermolen en haar bijgebouwen is ondertussen voor een groot deel voltooid. Het grootste deel hebben we vanuit totale verwildering kunnen redden en gerestaureerd. In sommige gevallen letterlijk ‘steen voor steen’. Tijd voor een terugblik!
Indrukwekkend verleden
De watermolen is een casa storica, een historisch beschermd pand met een indrukwekkend verleden. Zo werd zij tijdens de tweede Wereldoorlog het tijdelijke onderduikadres voor de joodse familie Alcalay. Zoon Albert werd later een bekende Amerikaanse kunstenaar met beroemde exposities. Hij schreef het boek Persistence of Hope, waarin hij ook de toestand van ‘onze’ watermolen begin jaren veertig beschrijft. De familie Alcalay trof in die tijd een leegstaande molen aan, er woonde al enige tijd geen padrone meer in de molen. Alleen het bijhuis (il casale) werd nog bewoond door de molenaar en de boer en zij verzorgden het functioneren van de molen. Rond 1950 sloot de sulfaatmijn in Sassoferrato, de belangrijkste werkgever voor Arcevia en omgeving. Mensen trokken weg uit de streek en dat was ook het einde van het tijdperk de molen. Jaar in, jaar uit stond ze bloot aan de elementen van de natuur en raakte ze geleidelijk in verval; het bijhuis en de stallen werden ruïnes.
Een eerste opleving
In de jaren negentig trok een Duits echtpaar in de molen en zij hadden grootse plannen voor de restauratie. Zij leefden een paar jaar op zolder en gingen voortvarend aan de slag.. De molen en het landgoed zijn echter groot, erg groot. Uiteindelijk eindigde deze eerste opleving in een teleurstelling (voor vele betrokkenen) en vertrok de Duitse familie. De watermolen stond vervolgens weer jaren leeg. Naast leegstand en verval werden er ook nog alle bruikbare en courante zaken ontvreemd: luiken, deuren, alle verwarmingen en koper.
Juli 2013 – de start
Juli 2013 kwam het landgoed met de watermolen en bijgebouwen in ons bezit. Ze stond na het vertrek van de Duitse eigenaar al ruim vijftien jaar leeg: duizend vierkante meter aan gebouwen en dertien hectare avontuurlijk bos, twee (delen van) bergen en een stromende beek, Zo troffen we onze “Grande Signora” negen jaar geleden aan. Totaal verwilderd. Geen basisinfrastructuren. Niente! De molen en haar onderliggende cantina’s waren sterk vervallen. Het bijhuis en de stallen waren overwoekerde ruïnes geworden. Na de eerste euforie werd het tijd om de realiteit onder ogen te zien. Waar moesten we starten?
Ons uitgangspunt was dat we zoveel mogelijk zelf wilden doen. Geen ‘masterplan’, maar klein starten en alles stukje bij beetje vormgeven. We wilden het geheel steen voor steen leren kennen. We besloten te starten met de renovatie van de watermolen. Het naastgelegen bijhuis en de stallen waren van latere zorg.
Overigens: hier kan ik dat “we” bij de verbouwing beter achterwege laten. Het is algemeen bekend dat ik twee linkerhanden heb. René daarentegen is uitermate handig en heeft veel ervaring in verbouwingen. Hij startte vol goede moed met het aanleggen van de basisinfrastructuur. Riolering, elektriciteit, vervanging van maar liefst twintig (!) ontvreemde verwarmingen en het zelf ontwerpen en maken van tien deuren uit oude materialen. En ik? Ik zette mijn kracht in en werkte in Nederland aan impactvolle opdrachten, vanuit ons bureau Thingsthatmatter. Zo konden we de verbouwing duurzaam financieren. Kortom: passie, liefde en veel werk aan en voor de molen
Belangrijk onderdeel in deze fase was ook de renovatie en inrichting van de unieke en historische grotkeuken (van veertig vierkante meter). In dit traject hadden we de eerste ervaringen met de Italiaanse bureaucratie. Zo duurde het maar liefst drie kwart jaar voordat het hekwerk rond de gastank door de brandweer werd goedgekeurd en we uiteindelijk gas uit de gastank konden gaan gebruiken.
Bizarre natuurspeling
In het najaar van 2014 was de basisinfrastructuur gereed en ook de grotkeuken verbouwd en gemoderniseerd met behoud van de unieke, historische elementen. We waren vol vertrouwen in de goede afloop van dit (eerste deel) van de verbouwing. Plotseling werden we geconfronteerd met de bizarre speling van de natuur. Die dag was er een heftige regenval met aanzienlijk natuurgeweld. Bomen vielen om en il torrente, de beek op ons landgoed, raakte verstopt. Na een paar uur werden de omstandigheden beter en René (destijds nog alleenwonend op la Fenella) besloot boodschappen te gaan doen in het buurt stadje Pergola. De tijdelijke verlichting van het weer bleek een voorteken van een zeer heftig natuurgeweld. Binnen een paar uur tijd waren de wegen in ons gebied nauwelijks begaanbaar. Met zijn ‘klusbus’ baande René zich een weg terug. Aangekomen bij La Fenella trof hij een acute noodsituatie aan: de beek was buiten haar oevers getreden en het water stond al in de cantina’s onder de molen. Zo ook in onze – pas gerestaureerde – grotkeuken. Hoewel het midden op de dag was, was het buiten pikdonker: overal was de elektriciteit uitgevallen. Met alleen een mijnwerkerslampje op zijn hoofd vocht René tegen het water. Zandzakken, een geïmproviseerde dijk, niets hielp. Uiteindelijk verloor hij de strijd. Met zijn laatste krachten wist hij alle zware, pas aangeschafte apparaten zoals de Boretti-oven, vaatwasser en wasmachine hoger te zetten, zodat ze zo min mogelijk schade op zouden lopen.
Er restte hem niets anders meer dan naar het hoger gelegen hoofdhuis te gaan. Lopen was onmogelijk, zwemmen was de enige optie. Vertwijfeld zocht hij naar hond Marie. Quincy, de grote Leonberger/herder was steeds aan zijn zijde, maar Marie de kleine, dove Jack Russel was hij in het donker uit het oog verloren en ze was nergens te bekennen. Uiteindelijk vond hij haar, spartelend en hangend aan een boomstam in de tuin, waar het water indrukwekkend was gestegen. De honden kwamen gelukkig met de schrik vrij, maar de materiële schade was groot. Op René heeft dit grote indruk gemaakt. En als echte Nederlander was de aanleg van een dijk dan ook het eerste wat hij deed, toen hij weer een beetje van de schrik bekomen was.
Juli 2022 – negen jaar later
Nu, negen jaar later, is de molen gerenoveerd en zijn er twee riante appartementen voor gasten gebouwd. Sober boho-chic ingericht: licht, modern en met behoud van alle authentieke details. En ieder appartement heeft een ruim privé terras. Daarnaast is op de begane grond van de molen ons eigen appartement gebouwd.
Het grootste project was de volledige restauratie van het bijhuis (il casale van 300m2). Dit heeft ons veel hoofdbrekens en soldi gekost. Veranderende Italiaanse wetgeving, veel bureaucratie en het feit dat La Fenella een beschermde casa storica is, hebben ervoor gezorgd dat we ver uit tijd en budget zijn gelopen. Het bijhuis is eerst (bijna) volledig afgebroken en toen weer steen voor steen met de originele materialen opgebouwd. Bloed, zweet en hard werk! In 2020 is het huis opgeleverd en ze is elk beetje energie waard geweest. Echt een plaatje. Hier hebben we de derde gastenwoning gemaakt en in lijn met de andere appartementen ingericht.
We zijn van ver gekomen, we hebben de verbouwingen en onze LAT relatie Italië – Nederland😉 overleefd. Meer dan dat zelfs. Zoonlief is geweldig geïntegreerd en samen genieten we intens van het leven op La Fenella, de streek en niet in de laatste plaats van onze fijne vrienden en streekgenoten.
Graag wil ik deze blog opdragen aan mijn “La Fenella mannen”: René en Floris. Grazie di cuore!